Na de oorlog pakte men de draad snel weer op want op 10 september 1945 verzorgde Constantia alweer een zgn. ruilconcert in het Rijsenburgsche bosch. Meester Van Rooyen was nog steeds dirigent, dit zou echter van korte duur zijn want in 1947 verhuisde meester Van Rooyen naar Driel. De muzikanten van Constantia vonden dit zeer spijtig. Gelukkig heeft men een goede opvolger kunnen vinden en wel de eerste beroepsdirigent, de toonkunstenaar, H.A. van Dijk uit Driebergen. De nieuwe dirigent had de moeilijke taak om met zijn muziekkennis, het enthousiasme van de dorpsonderwijzer te vervangen. De vereniging bloeide na de oorlogsjaren en in het begin van de jaren 50 weer een beetje op en belande uiteindelijk in 1957 terug in de afdeling uitmuntendheid.
Twee grootste kostenposten voor de vereniging waren de instrumenten en de kleding. Aanvankelijk speelden de leden in hun zondagse pak. In 1957 kocht men bij Galeries Moderne te Utrecht 25 dassen van 98 cent per stuk. In Werkhoven kostten dassen toen een gulden, en voor twee cent wilden men wel even naar Utrecht fietsen. Eigen uniformen kwamen een jaar later. Dat kostte 354 gulden en toen was de kas echt helemaal leeg.
In 1963 werd er een drumband aan de fanfare toegevoegd met de heer C. Goes uit De Bilt als instructeur.
Na wat wisselingen van dirigenten kwam in 1965 de heer M.T. Bontrop uit Utrecht de heer Van Dijk vervangen. De heer Bontrop heeft 10 jaar voor de vereniging gestaan. 1967 is ook het oprichtingsjaar van onze boerenkapel. De kapel is opgericht door enkele enthousiaste leden van de vereniging aan wie gevraagd werd door de carnavalsvereniging uit Bunnik om bij een carnavalsavond te spelen. De beslissing tot het vormen van een boerenkapel werd uiteindelijk a la minute genomen na afloop van de optocht. Bijkomend voordeel was dat op deze wijze de kas van de vereniging extra gespekt kon worden.
Op maandag 12 juli 1965 toont Constantia tijdens de raadsvergadering in het gemeentehuis te Bunnik vol trots haar nieuwe uniformen. Met de aanschaf van 55 nieuwe uniformen (waarvan 14 voor de drumband) was een bedrag gemoeid van maar liefst Hfl. 9.580,-. De nieuw gevormde gemeente Bunnik had hiervoor een subsidie verleend van Hfl. 5.000,-. Vanuit de Werkhovense ondernemers en bevolking kwam een bedrag van Hfl. 2.160. De vereniging zelf wist Hfl. 1.840,- op te hoesten. Resteerde dus een gat van Hfl. 580,-. Om ook deze laatste financiële hobbel te nemen, zette Constantia een speciale aktie op. Op zaterdag 4 september en zaterdag 11 september van dat jaar ging Constantia in optocht door Bunnik en Odijk om huis-aan-huis ballpoints te verkopen voor Hfl. 1,- per stuk. Omdat de bewoners van Bunnik en Odijk, met de samenvoeging tot één gemeente Bunnik, zomaar een muziekvereniging cadeau hadden gekregen, waren zij nu aan de beurt om een steente bij te dragen aldus een artikel in “Het Trefpunt” (nieuws en advertentieblad voor de Kromme Rijnstreek) van donderdag 2 september 1965.
Op maandag 15 mei 1967 (2e Pinksterdag) nam de drumband voor de eerste keer deel aan een concours. Tijdens het Nationaal concours te Hagestein kwamen zij uit in de 2e afdeling en behaalde een 1ste prijs met in totaal 333 punten. Voorwaar een mooi succes!
In 1968 bestond de vereniging 60 jaar. Tijdens een inzamelingsaktie werd van 29 april tot en met 4 mei bij de inwoners van Bunnik en Odijk en van 7 tot en met 12 mei bij de inwoners van Werkhoven, aan de deur geklopt en gevraagd om een bijdrage voor het instrumentenfonds van de vereniging. Geen onnodig innitiatief want op dat moment werd nog gespeeld op een Bes-Bas, die 40 jaar daarvoor al door de Postharmonie werd afgedankt! Op 30 mei 1968 stelt het provinciaal Anjerfonds in ieder geval al een subsidie beschikbaar van maar liefst Hfl. 1.500,-. De gemeente Bunnik werd daarnaast ook gevraagd een subsidie te verlenen. Een bedrag van Hfl. 6.000,- werd voorgesteld. Op vrijdag 29 november 1968 werden in café Van Impelen te Werkhoven de nieuwe instrumenten officieel overhandigd door het huldigingscomité.
Naar Periode 1970 – 2000