Het ontstaan van een fanfare in Werkhoven
Constantia was oorspronkelijk een zang- en toneelvereniging opgericht in het jaar 1897 door, toenmalig hoofd van de openbare school, meester F.A. (Ferdinand Adrianus) Brand (†09-07-1939 te Bunnik) en Otto van Echteld (•29-10-1866 / †15-02-1917 te Werkhoven). Al gauw werd de assistentie ingeroepen van de zangvereniging door pastoor Mol bij het lof en de vespers. Dit gebeurde steeds vaker en pastoor Mol maakte goed duidelijk dat de leden maar hadden te komen. Toen men, om de onwillige leden te dwingen, de absentieboete opvoerde tot een "kwartje" (Hfl 0,25), barstte de bom. Enige leden verzetten zich hier ten sterksten tegen. Zij waren niet van plan om zich te "laten knevelen alsof zij Poolsche honden waren". In Het Nieuws van den Dag van vrijdag 14 april 1905 kunnen we lezen dat dit incident inmiddels zo hoog was opgeblazen dat het leidde tot ontbinding van deze vereniging.
Nadat alle kwesties die met de opheffing van de zang- en toneelvereniging gepaard gingen geregeld waren, bleven er echter enkele enthousiastelingen over die wel graag muziek bleven maken. Zij kwamen op het idee om een fanfarevereniging op te richten onder de naam "Constantia".
In "De Weekbode" (toenmalig nieuwsblad voor Zeist, Driebergen en omstreken, uitgegeven door C. Avis & Zn. te Zeist) treffen we in de editie van zaterdag 11 augustus 1906 een kort bericht aan: "De zangvereniging "Constantia" heeft besloten, dank zij den steun van onzen geachten burgemeester, over te gaan tot oprichting van een fanfarecorps, een poging die allerwegen veel sympathie ondervindt".
Vervolgens lezen we in "Het Nieuws" (toenmalig nieuwsblad, uitgegeven door plaatselijke uitgever W. Kraal te Driebergen, voor Zeist, Driebergen, Rijsenburg, Houten, Odijk en Bunnik) van 1 september 1906: "De alhier (Werkhoven) nog zoo pas opgerichte muziekvereeniging telt reeds 12 leden. Moge ze onder directie van de heer Brand flinke vorderingen maken, opdat ook in onze gemeente de ingezetenen bij zomeravond nog eens vergast worden op een concert op "Den Brink". In de editie van 19 december 1906 van "Het Nieuws" wordt vervolgens trots aangekondigd dat de uitvoering op 26 december 1906 met fanfaremuziek zal worden opgeluisterd. Het jonge fanfarecorps opende deze uitvoering met twee werken. Als eerste werd Wien Nieerlandsch Bloed ten gehore gebracht gevolgd door La Créole, een polka mazurka van Basile Barès. Als commentaar op dit optreden schrijft "Het Nieuws": "Wij kunnen niet anders zeggen als dat deze jonge muziekvereeniging zeldzaam groote vorderingen heeft gemaakt, want op de meeste muziekgezelschappen kunnen het 1ste jaar van haar bestaan niet gezamenlijk uitvoeren wat dit korps na drie maanden gaf".
Afgaande op deze krantenberichten kunnen we er dus vanuit gaan dat het fanfarecorps "Constantia" is opgericht op of omstreeks 1 augustus 1906. Het is tot heden onduidelijk waarom de statutaire oprichting uiteindelijk pas plaatsgevonden heeft op 8 mei 1908. Dit is echter wel de datum welke sindsdien aangehouden wordt als officiële oprichtingsdatum.
Vooral financieel schijnt de vereniging in de eerste jaren van haar bestaan het bijzonder moeilijk gehad te hebben. Daarnaast heeft de het fanfarecorps ook moeite het ledental op peil te houden. Zo lezen we in "Het Nieuws" van 8 januari 1910 een verslag van de uitvoering op nieuwjaarsdag. In dit verslag wordt aangegeven dat "het muziekgezelschap thans door vertrek van eenige goede krachten zeer ingeslonken is. Heusch het kleine aantal dilettanten ('t waren er maar 9) in aanmerking genomen, ging 't uitstekend. Het blijkt dat de Constantianen met ijver studeeren en dat wat er ontbreekt, uitsluitend is toe te schrijven aan gebrek aan meerdere bezetting".
In 1910 vroeg het bestuur van "Constantia" zich af of men weer toneeluitvoeringen moest gaan verzorgen. Na een uitgebreide discussie heeft men er toch weer mee ingestemd op voorwaarde "dat de leden zich netjes zouden gedragen!". Dat dit laatste niet zonder reden als voorwaarde werd opgeworpen blijkt wel uit een artikel uit het RK Dagblad het Huisgezin van zondag 29 december 1910.
Op maandag 23 december 1910 gaf Muziek en Toneelvereniging Constantia een uitvoering in de openbare lagere school in Werkhoven. In het RK Dagblad het Huisgezin valt te lezen dat de muzieknummers zuiver en correct werden gespeeld en de toneelstukjes kwam goed tot hun recht. Men kon merken dat het publiek dankbaar was door de stilte gedurende het spel en het applaus na afloop van elk stuk. Verder schrijft het dagblad: "Als men weet dat de vereeniging 21 Nov. jl. pas een uitvoering heeft gegeven, en nu het publiek met een bijna nieuw program verraste, dan mag men zeggen, dat ze met buitengewoon veel ijver en volharding gestudeerd heeft. Daarom eere aan de nog jeugdige en volijverige directeur en leden van Constantia, die geen moeite noch tijd sparen om ons eiken winter eenige genotvolle en gezellige avonden te doen genieten. Moge het publiek van hier en elders er prijs op blijven stellen zooals het zulks dezen avond getoond heeft door trouwe opkomst en belangstelling, opdat Constantia meer en meer in bloei toeneme.
Dit is voorzeker de wensch van bet kunstlievend publiek. Een woord van lof aan onze wakkere politiemannen is hier niet misplaatst, die bij elke uitvoering trouw op hun post zijn om zoonoodig de orde te handhaven".
De heer Brand werd in dat jaar 1910 opgevolgd door de heer G.C. (Gerard) van Leeuwen (•30-06-1881 / †31-01-1946 te Werkhoven), een Werkhovenaar die over bijzondere muzikale talenten beschikte. De heer Van Leeuwen was ook gelijktijdig organist/dirigent van het R.K. zangkoor. Hij is het geweest, die de vereniging muzikaal en instrumentaal liet presteren. Als eigenaar van de paardenstal (tegenwoordig pand Makelaar Breeschoten & Vernooij), kon hij de vereniging in die stal laten repeteren. Echter voor aanvang van de repetitie moesten de banken afgestoft worden omdat de heer Van Leeuwen ook de lokale meelboer was.
In juni 1912 zamelt het jonge dames comité geld in voor een vaandel. En als we het artikel in het Dagblad het Huisgezin van 6 juni 1912 mogen geloven werden de beurzen met de meeste bereidwilligheid getrokken en werd het dames comité overal recht hartelijk ontvangen. Daarmee kon het vaandel in augustus van dat jaar al aan de vereniging aangeboden worden. In dagblad Het Centrum van 10 augustus 1912 staat vermeld: "Gisterenavond had de aangekondigde overhandiging van het vaandel aan de muziekvereeniging "Constantia" te Werkhoven plaats. Het vaandel is in prachtige frissche kleuren rood en groen gehouden en met gouden franjes en kwasten versierd. Het geheele vaandel wordt gedragen door banden van goud en rood. Het ontwerp is uitgevoerd in zwaar koper verguld, terwijl als embleem der muziek de harp er op prijkt. Op den kop bevindt zicht het prachtige wapen van Werkhoven, een gouden paard op blauw veld, het geheel bekroond door een heraldieken helm. De ontwerper is de heer Ch. Noyons te Utrecht en vertegenwoordiger der firma Fermin, Den Haag".
Naar Periode 1920 – 1945