In Memoriam
Gerard van der Poel

*1941 †2016

In 1964 had Constantia een nijpend tekort aan leden. Gerard en Bertus van der Poel werden daarom door Bas de Klein benaderd met de vraag of zij geen lid wilden worden van de fanfare. En zo geschiede… Constantia had er toch weer twee leden bij.
Gerard was op dat moment al 23 jaar en dat was geen makkelijke leeftijd om nog zo’n blaasinstrument eigen te maken. Gerard werd door Bas de Klein opgeleid op bugel. Het is te danken aan het onuitputtelijke doorzettingsvermogen en het feit dat Gerard een harde werker was, dat het hem gelukt is het blazen onder de knie te krijgen. Twee eigenschappen waar Constantia tot de dag van vandaag profijt van heeft gehad.
Gerard is de bugel vervolgens zijn hele muzikale carrière trouw gebleven. Een muzikale job rotation ging aan Gerard voorbij.
Toen in 1967 de carnavalsvereniging uit Bunnik Constantia na afloop van de carnavalsoptocht vroeg om bij een carnavalsavond te spelen, werd a la minute het besluit genomen een boerenkapel op te richten. Gerard was een van de 10 enthousiaste Constantia mannen die dit initiatief namen. Met alleen de carnavalskraker “Jelle zal wel zien” op de lessenaar werd Kikkerloo een geweldige carnavalsavond bezorgd.
Gerard groeide ondertussen uit tot een van de leden met “de handige handjes”. Hij was inmiddels werkzaam bij de Vrumona in Bunnik. Met wat hij daar leerde en met behulp van het machinepark wat hem daar ter beschikking stond werd hij in de loop der tijd de onderhoudsman van het Constantia instrumentarium.
Eenmaal getrouwd met Bep en woonachtig aan de Herenstraat in Werkhoven, werd op een gegeven moment een groot deel van de beschikbare ruimte van hun woning in beslag genomen door Constantia’s reserve instrumentarium. Later kwam daar ook nog de uniformen voorraad bij.
En zo was het vaak een komen en gaan aan de Herenstraat van Constantia leden. De een voor onderhoud van z’n instrument bij Gerard en ondertussen je uniform passen bij Bep. En kwam Gerard er zelf even niet uit, dan stapte hij weer op z’n fiets richting Utrecht om hulp in te roepen bij Jan Slot of bij Van Ingen.
Toen kopiëren nog geen gemeengoed was en foldertjes veelal gestencild werden, beschikte de Vrumona echter al wel over deze moderne apparatuur. Menig keer is Gerard een uurtje eerder op z’n fiets gestapt om even, voor aanvang van z’n dienst, een paar kopietjes te draaien.
Wat we zeker niet onopgemerkt mogen laten is zijn tomeloze inzet voor Constantia’s oud-papieractie. Vele kilo’s heeft hij in de loop der jaren versjouwd. En ook toen in de loop der tijd steeds modernere middelen werden ingezet om het papier op te halen wist Gerard hier en daar nog wel eens een kilootje extra te scoren.
Eerder memoreerde ik al even aan het feit dat Gerard een van de initiatiefnemers was van de oprichting van onze boerenkapel. Zo lang als zijn gezondheid het toeliet heeft hij met veel plezier meegespeeld met de kapel. Vele feestavonden, festivals, optredens in de Bijnkershoek in Utrecht of tijdens de fietsdag van Jong Nederland en niet te vergeten de carnavalsavonden in Breukelen. Gerard was er altijd bij. En ook hier leverde hij zijn hand- en spandiensten. Hij ontpopte zich op een gegeven moment zelfs tot geluidstechnicus.
Ondertussen speelde Gerard lekker zijn partijtje mee in het fanfareorkest. Hij heeft diverse dirigent wisselingen meegemaakt en droeg waar het kon bij aan het reilen en zeilen van de vereniging. Voor vele, nu nog actief spelende leden, was Gerard een eerste steun en toeverlaat op het moment dat zij mee gingen spelen in het orkest. Zij die gestart zijn op bugel, werden dan aan de zorg van Gerard toevertrouwd. Het is zeker aan zijn geduld en begeleiding te danken dat hij, deze vaak jonge muzikantjes, door de eerste moeilijke periode heeft gesleept.
Voor Gerard was wat de componist op papier had gezet niet altijd genoeg en improviseerde hij er zelf nog iets bij. We hebben de dirigent regelmatig fronsend in zijn partituur zien kijken om later te concluderen dat Gerard z’n eigen arrangement had gemaakt.
En voor het inspelen had Gerard zo z’n eigen methode. Wanneer je het clubgebouw binnenkwam en je hoorde “De Clown”, dan wist je dat Gerard al binnen was.
Bewonderenswaardig is het vertrouwen wat Gerard had in de leiding van onze vereniging. Hij waardeerde het enorm dat de nieuwe generatie hun vrije tijd opofferde voor de club. Aan conservatieve denkbeelden had hij lak. Waar nodig was hij positief kritisch maar liet tegelijkertijd weten dat hij 100% achter ons stond.
Het deed ons pijn toen hij, wegens teruglopende gezondheid, niet meer mee kon spelen. En we weten ook hoe zwaar deze beslissing voor hem zelf was. Maar bij de pakken neer gaan zitten was niet zijn ding. Er was nog zoveel wat hij wel kon. Vastzittende instrumenten werden door zijn zorg weer bespeelbaar gemaakt en wanneer hij het zelf niet kon, dan ging hij maar weer even snel naar Van Ingen. In september stapte hij nog op z’n fiets om z’n donateurswijk in te gaan en de jaarlijkse bijdragen op te halen. Zijn ontluisterende manier van optreden maakte dat menigeen net die Euro meer voor de club over had. Met trots leverde hij dan z’n administratie weer in bij de penningmeester.
Tijdens zijn ziekte nam hij regelmatig onze voorzitter in vertrouwen. Hem vertelde hij precies wat er speelde en hij excuseerde zich voor de momenten dat hij er niet kon zijn. Maar tegelijkertijd drukte hij hem op het hard er verder geen woord over vuil te maken. Typisch Gerard!
Gerard groots bedanken en nadrukkelijk in het zonnetje zetten was ook niet aan hem besteed. Hij wilde er niets van weten. Maar toen hij in 2014 door burgemeester Ostendorp de versierselen kreeg opgespeld voor zijn 50 jarig lidmaatschap straalde hij enorm van trots. Het was ‘m gegund.
Gerard, je was een kanjer en we zijn intens dankbaar voor alles wat je voor Constantia hebt betekend. Straks vertellen we elkaar nog vele mooie anekdotes waarin voor jouw een hoofdrol is weg gelegd.

We zijn trots op het feit dat we je twee weken terug nog een geweldige serenade hebben kunnen brengen ter gelegenheid van je 75e verjaardag. We spraken toen de wens uit je snel weer in ons midden te hebben want dat kopje koffie in de pauze was je zo graag gegund.
Wij konden echter niet voorzien dat we zo snel daarna definitief afscheid van je moeten nemen.
Het gemis zal groot zijn. De herinneringen zullen we koesteren. Je naam staat voor altijd in de geschiedenis van Constantia gegrift.
Voor Gerard is het nu: “Op de plaats rust, rust!”